Wanneer we een legionellabesmetting constateren, kunnen we deze besmetting verhelpen door het toepassen van twee verschillende desinfectiemethodes. Zo kennen we de thermische desinfectie en de chemische desinfectie. Welke methode het meest effectief is, is afhankelijk van de installatie en het onderdeel waar de besmetting zich voordoet.
Chemische reiniging
Voor we de installatie met behulp van goedgekeurde chemische vloeistoffen kunnen reinigen, plaatsen we een onderbreking in de waterleiding. Hiermee voorkomen we dat de chemische vloeistof terug in de leidingen stroomt. Ook maken we een melding bij het water leveringsbedrijf. De aangesloten toestellen koppelen we af en we verwijderen de appendages die de doorstroom kunnen belemmeren en eventuele doorstroombegrenzers. Vervolgens voorzien we alle aanwezige tappunten van labels, zodat voor iedereen duidelijk is dat deze tappunten tijdelijk niet gebruikt kunnen worden.
Door middel van een doseersysteem wordt het reinigingsmiddel met de juiste dosering in de drinkwaterleiding gespoten. Met meetstrips controleren we bij ieder tappunt of het reinigingsmiddel aanwezig is. Na de voorgeschreven rusttijd spoelen we het reinigingsmiddel uit de drinkwaterinstallatie. Opnieuw controleren we ieder tappunt op de aanwezigheid van het reinigingsmiddel. Omdat het reinigingsmiddel verdund volgens de juiste specificaties, mogen we dit middel lozen op het riool. Ook maken we melding bij de drinkwater maatschappij over de chemische reiniging/desinfectie.
Thermische desinfectie
Bij thermische reiniging desinfecteren we het systeem met behulp van hoge temperaturen. Dit is ook de reden dat we onderdelen van de installatie die geen hoge temperaturen kunnen verdragen, niet met behulp van thermische desinfectie kunnen reinigen. Voor dat we starten met de thermische reiniging, sluiten we de unit met de externe waterbron aan op de toevoerleiding. We voorzien alle tappunten van waarschuwingsbordjes, zodat duidelijk is dat het tappunt tijdelijk buiten gebruik is.
We spoelen het systeem vervolgens door met water dat minimaal is opgewarmd tot 60°C. Hoe hoger de temperatuur, hoe effectiever de reiniging en hoe korter de spoeltijd. Echter is de hoogte van de tempratuur afhankelijk van uit welk materiaal het leiding werk bestaat. Ook zorgen wij er zelf voor dat de voorgeschreven 2m/sec gehaald word. De tappunten worden opengezet zodra het opgewarmde water door de leidingen word gespoeld. Bij de tappunten controleren we de temperatuur. Ook hier moet de temperatuur minimaal 60°C zijn. Na afloop van de desinfectietijd spoelen we de tappunten met koud water na. Afhankelijk van de installatie is ook een combinatie van chemische en thermische desinfectie mogelijk. Vraag een specificatie van de werkzaamheden gerust bij ons op.